The terrible privacy of Floris de vis

Terwijl de goudvis vanuit zijn bokaal bekeken wordt door de eigenaar, wordt de eigenaar op zijn beurt bekeken door het publiek vanuit haar glazen huiskamer. Een voorstelling die werkt rond voyeurisme en tegenstellingen zoals eenzaamheid en gezelschap, observeren en geobserveerd worden, warmte en koude.

Een voorstelling waarbij de relatie tussen Floris, een goudvis, en zijn eigenaar een metafoor is voor de relatie tussen publiek en danser.

Iemand slaapt in een éénpersoonszetel terwijl een opwarmmaaltijd in de microgolfoven staat op te warmen. De persoon wordt gewekt door het alarm van de oven die aangeeft dat de maaltijd klaar is. De persoon staat op, neemt de maaltijd en zet deze op tafel neer. Zelf het ze zich neer op de enkele stoel die de kleine tafel vergezelt. Tegenover haar staat een bokaal met goudvis. Ze voert hem. Ze bevinden zich in de donker. Kaarslicht zorgt ervoor dat ze elkaar herkennen. Ze loopt naar de telefoon. Geen boodschap op het antwoordapparaat.

Ze is alleen.

Ze besluit muziek op te zetten, om de stilte te verbreken. De naald vindt de LP en het geluid walst door de kamer. Ze danst de eenzaamheid uit haar lijf. Ze blaast de kaars uit, ploft zich weer neer in de zetel, schakelt de staanlamp uit en slaapt.

Alleen.